Fietsen is mijn vrijheid.
Een manier om me te verplaatsen die gezond voelt, letterlijk en mentaal. Na onze wereldreis en verhuizing naar Rockanje kocht ik een spinfiets. Sportscholen zijn er genoeg, maar eerlijk? Ik vond ze te duur, te vol, te vluchtig. Ik wilde iets dat ik overal kon blijven doen. Iets wat bij mij past. Maar voordat ik je meeneem naar hoe ik dat nu aanpak, wil ik eerst iets anders met je delen.
Terug naar het begin
Een aantal jaren geleden kreeg ik paniekaanvallen.
Zware.
Het begon in de eerste fase van mijn relatie met mijn vrouw.
Zij is Nederlands, ik kom uit een Turkse achtergrond.
Ik was de eerste in mijn familie die bewust koos voor een relatie buiten onze cultuur.
Dat bracht spanning met zich mee — voor mij, voor haar, en ook voor onze omgeving.
Mijn hoofd maakte overuren. Mijn lichaam reageerde op alles.
Mijn hartslag ging omhoog en ik schrok daarvan.
Elke lichamelijke prikkel werd een potentiële bedreiging.
Angst voor de dood was altijd dichtbij.
Ik was het op een gegeven moment zó zat. Dus ik begon te rennen.
In de sportschool. Want daar waren mensen. Daar voelde het veilig.
Als ik dan zou omvallen, konden ze me helpen.
Elke keer een beetje verder. Een beetje sneller.
Totdat mijn hartslag boven de 190 ging en ik niet meer bang was.
Ik voelde: ik kan dit.
En elke fysieke overwinning maakte mij mentaal sterker.
Maar toen kwam de terugval
Een enkelblessure tijdens het voetballen.
Weg vertrouwen. Weg routine.
Angst, vermijding, uitvluchten. En het gewicht kwam langzaam terug.
Tot ik spinnen ontdekte.
Mijn oude liefde voor fietsen kwam terug.
Kilo’s vlogen eraf, mijn motivatie schoot omhoog.
Ik deed het allemaal: bootcamp, fitness, spinnen.
Ik was niet te stoppen.
Tot het leven opnieuw toesloeg
Ik verloor mijn ouders. Eerst één, toen anderhalf jaar later de ander.
Paniekaanvallen kwamen terug. Verdriet kreeg de vorm van eten.
Tot ik op een dag besloot: ik wil dit niet meer.
Ik stelde mezelf pijnlijke vragen. Nam afscheid van de illusie van controle.
En toen bleef er nog maar één vraag over:
Hoe blijf ik in beweging, waar ik ook ben?
De kracht van herhaling
Ik ontdekte dat je geen apparaten nodig hebt.
Dat je je lichaam kunt gebruiken.
Dat twintig minuten per dag verschil maakt.
Op dagen dat ik geen zin had, vroeg ik mezelf:
Ben ik vandaag mentaal sterk genoeg om gewoon twintig minuten te bewegen?
Soms ging ik all-in. Soms zeventig procent. Soms alleen maar even op de fiets.
Een quote van Ronaldo bleef hangen:
“It’s very difficult even for me to train every day. But the consistency will make the difference.”
En dat klopt.
Ronaldo is een sporter waar ik tegenop kijk.
Ik kan jaloers zijn op zijn focus, zijn mindset en zijn vastberadenheid.
Hij had me met die kleine antwoord.
Vanaf dat moment stelde ik mezelf de vraag:
Hoe sterk ben je vandaag om twintig minuten te bewegen? Ben je mentaal genoeg?
Je kan jezelf enorm motiveren door alleen al in de spiegel te kijken.
Althans, bij mij werkt dat super goed.
Eén blik en ik sta te branden om in actie te komen.
En nee, je hoeft niet elke dag een uur te sporten.
Soms is vijf minuten al genoeg.
Het gaat er niet om hoe zwaar het is, maar of je beweegt vanuit intentie.
Ook nu nog
Terwijl ik dit schrijf, ben ik op vakantie.
Ik heb een liesbreuk opgelopen. Toch blijf ik bewegen.
Waarom? Omdat ik geloof dat wie in beweging blijft, blijft groeien.
Niet tegen elke prijs, maar wel met toewijding.
Blijf in communicatie met je lichaam.
Dat vertelt je precies waar je grenzen liggen.
Een beetje spierpijn betekent groei.
Maar voel je tijdens een oefening een scherpe pijn, stop dan direct.
Je hoeft niets te bewijzen. Alleen trouw te blijven aan jezelf.
En jij?
Hoe pak jij sporten aan?
Wat doe je op dagen dat je geen zin hebt?
Wat gebeurt er als je geblesseerd raakt of bang bent opnieuw te falen?
Herken je jezelf in dit verhaal? Dan nodig ik je uit.
Niet om een sprint te trekken. Maar om samen te verkennen wat jouw volgende stap mag zijn.
Een gesprek. Eerlijk. Open. Zonder oordeel.
Je hoeft het niet alleen te doen.