Rust in je hoofd begint niet met denken, maar met voelen. Dat besefte ik pas toen ik op een avond op de bank zat, ogenschijnlijk ontspannen. Mijn vrouw zat op de andere bank, we keken samen naar een serie, en alles leek in orde. Maar ergens halverwege de aflevering gebeurde er iets. Iets op het scherm triggerde me, zonder dat ik precies wist waarom. Mijn aandacht verschoof van de serie naar mijn lichaam. Mijn ogen bleven wel gericht op de televisie, maar vanbinnen veranderde er van alles. Mijn schouders trokken langzaam omhoog, mijn ademhaling versnelde, en voor ik het wist voelde ik mijn hart bonzen in mijn borst. Mijn hoofd fluisterde: “Nu komt het, dit is het.” En binnen enkele seconden zat ik midden in een storm die niemand zag. Aan de buitenkant keek ik rustig verder, maar vanbinnen was het chaos.
Die momenten leerden me iets fundamenteels over mezelf. Ik had jarenlang geprobeerd om rust te denken. Om te begrijpen wat er misging. Maar rust laat zich niet dwingen door analyse of wilskracht. Als je hoofd nooit echt stil voelt, dan komt dat niet doordat je verkeerd denkt, maar omdat je lichaam zich niet veilig voelt. Zolang dat zo is, zal je brein blijven scannen naar gevaar — zelfs als er niets te vinden is.
Ik hoor vaak mensen zeggen: “Je moet het loslaten.” En eerlijk? Dat woord heb ik lang gehaat. Als je griep hebt en ik zeg dat je het moet loslaten, verdwijnt het dan? Natuurlijk niet. Toch doen we dat met emoties voortdurend. We proberen ze weg te redeneren, te relativeren, te controleren. Maar controle is een illusie. Ons hoofd zit vol met plannen, verplichtingen, zorgen, verwachtingen. We proberen alles in de hand te houden, terwijl dat onmogelijk is. Het enige waar we werkelijk invloed op hebben, zijn onze eigen keuzes — en hoe eerlijk we durven luisteren naar wat er vanbinnen leeft.
Investeren in jezelf is iets wat eigenlijk net zo vanzelfsprekend zou moeten zijn als ademhalen. Toch zijn we dat verleerd. We zijn ver van ons gevoel geraakt, overspoeld door prikkels en snelheid. En diep vanbinnen verlangen we allemaal naar één ding: veiligheid. Want alleen als je je veilig voelt, kun je ontspannen. Alleen dan ontstaat er ruimte om te voelen in plaats van te denken.
Wat ik in de loop der jaren ontdekte, is dat alles wat je niet verwerkt, zich ergens in je lichaam opslaat. De drukte van sociale media, de verwachtingen van anderen, de prestatiedrang, de kleine en grote teleurstellingen — je hoofd probeert het te begrijpen, maar je lichaam bewaart het. En op een dag klopt het aan. Soms zachtjes, soms luid. Je lichaam zegt: “Ik wil dat je luistert.” Meestal doen we dat niet. We rationaliseren het weg. We zeggen: het valt wel mee, ik heb het onder controle. Totdat het opnieuw komt, misschien jaren later, op het moment dat je het het minst kunt gebruiken. Dat is geen toeval. Dat is onverwerkt gevoel dat gehoord wil worden.
Toen ik leerde luisteren, begreep ik dat mijn lichaam al die tijd met me probeerde te praten. De taal van het lichaam is eenvoudig: ademhaling. De meeste mensen ademen dertien keer per minuut, veel te snel. De ideale frequentie ligt tussen de acht en tien. Probeer het eens. Stop even met lezen. Adem rustig in door je neus, laat los via je mond, en voel wat er gebeurt. Misschien merk je spanning in je maag, druk op je borst, een brok in je keel. Dat is geen toeval — het zijn boodschappen. Je lichaam vertelt wat je hoofd heeft genegeerd.
Als je verdrietig bent, maak je jezelf klein. Dat is letterlijk wat je lichaam doet. Je krimpt, net als het kind dat je ooit was. En dat kind herinnert zich alles. Niet in woorden, maar in gevoel. Daarom is voelen zo belangrijk: je hersenen vergeten, maar je lichaam niet. Elke keer dat je durft te voelen, ruim je een stukje oude pijn op. En stukje bij beetje ontstaat er meer ruimte, meer rust.
Ik leerde dat stilte geen doel is, maar een gevolg. Het ontstaat niet door je hoofd uit te zetten, maar doordat je lichaam zich weer veilig voelt. Tegenwoordig neem ik daar bewust tijd voor. Soms zit ik minutenlang gewoon met mezelf, zonder oordeel, zonder afleiding. Soms met muziek, omdat ik dan dieper kan zakken in gevoel. Muziek helpt me om aanwezig te blijven, om niet weg te denken van wat er is. En ja, ik ben een gevoelsmens. Vroeger zag ik dat als iets zwaars. Nu zie ik het als mijn kracht.
Je hoeft dus niet te stoppen met denken om rust te ervaren. Je hoeft alleen te leren luisteren naar wat eronder leeft. Misschien is dit niet het moment om rust te zoeken, maar om haar te laten vinden — in jou.



