Hoe mijn werk en identiteit uit elkaar groeiden

Van rouw naar richting

Laat ik beginnen met het feit dat ik, waar ik ook ben gaan werken, altijd begon met volle moed en positiviteit. Dat is wie ik ben, dat hoort bij mijn persoonlijkheid. Ik probeer mijn weg te vinden en mensen te leren kennen. Het team staat altijd op nummer één, daarna kom ik pas.

In mijn jongere jaren deed ik veel aan individuele sporten zoals karate. (Ik ben niet meer zo flexibel, maar met wat rekken en strekken komt die high kick nog steeds op hoofdhoogte, haha!) Daarnaast judo, fitness en zwemmen. Maar ook teamsport: voetbal, bootcamp, basketbal.

Van beide vormen is wat te zeggen. Individueel leer je jezelf goed kennen. In een team komen ieders sterke kanten samen voor één doel: winnen. Persoonlijk haalde ik meer voldoening uit teamsport dan uit individuele prestaties.

De droom: een managementfunctie

Tijdens mijn opleiding kreeg ik een beeld van de functie die ik graag wilde: manager. Waarom? Eén woord: gezag. Mijn ouders spraken slecht Nederlands, dus ik was de tolk, de leider. Dus thuis werd er naar me geluisterd. Logisch toch, dat ik dacht: elke organisatie kan mij gebruiken?

Nu denk ik daar anders over. Mensen willen helemaal niet “gemanaged worden.” Ze willen geleid worden door inspiratie. Mijn persoonlijke mening. Leiderschap, vind ik, heeft niets te maken met veel mensen in je team hebben. Je kan leiderschap tonen door je daden, niet woorden. Dat is de persoon die ik wil zijn.

Mijn eerste stappen in werk

Ik heb tijdens mijn opleiding veel bijbaantjes gehad, vooral in de verkoop. Mijn sociale vaardigheden hielpen mij daarbij enorm. Mensen zijn vaak verbaasd dat een IT’er zo sociaal kan zijn als ze met mij in contact komen. Mijn broertje is ook IT’er, maar zegt meestal alleen wat noodzakelijk is. Dus met alle verkooptrainingen kon ik bijna alles verkopen aan de klant.

Mijn afstudeerstage en loopbaan begon bij Cenosco. Dat werd een nachtmerrie. Daar begonnen mijn paniekaanvallen. Een nare mede-eigenaar gaf me een valse start. Hij bracht mij én zijn secretaresse regelmatig aan het huilen. Ik was net van school, had net mijn stage afgerond. En ik kwam terecht bij een bedrijf dat werd geleid door iemand die ik alleen maar kan omschrijven als… destructief. Ik kon er niet functioneren. Mentaal en fysiek brak het me.

Daarna volgde Teletigers — een bedrijf dat Avaya-telefooncentrales installeerde. Een verademing. Leuke mensen, informele sfeer, volop technische trainingen. Mijn ontwikkeling ging snel, maar toen ik projecten wilde gaan leiden, werd ik telkens aan het lijntje gehouden. Op aandringen kreeg ik uiteindelijk een veel te complex project toegewezen. Zodat ik zou falen. En m’n mond zou houden. Daarna kon het bedrijf zeggen: “Zie je nou wel? Je bent er nog niet.” Ik zal zeker zelf ook fouten hebben gemaakt. Ik was nog jong. Onvolwassen. Maar ik voelde me bewust tegengehouden.

Van blokkade naar breekpunt

Ik werd stug, ging met de hakken in het zand, werkte tegen. Niet omdat ik niet wilde, maar omdat ik niet beter wist. Mensen waren niet eerlijk tegen me — of misschien wel, maar ik luisterde niet.

Toen gebeurde het ondenkbare: het verlies van beide ouders in 18 maanden tijd.

Mijn gedrag veranderde niet meteen. Ook bij mijn huidige werkgever, de gemeente, bleef ik vastzitten in oude patronen.

Werk was voor mij lange tijd wie ik was. Mijn prestaties bepaalden mijn waarde. Pas toen alles wegviel, ontdekte ik dat ik – los van mijn functie – ook gewoon mens ben. En vooral: dat ik mijn eigen identiteit mocht gaan ontdekken.

Tot mijn manager, Jos Lindhout, me op een dag een spiegel voorhield: “Misschien ligt het wel aan jou. Je collega’s zijn niet blij met jou.”

Dat raakte me diep. Ik schrok. Ik had geen idee dat mensen zo over mij dachten. Ik schaamde me kapot. Maar ik greep die kans. Met hulp van therapie en coaching begon ik eindelijk aan mezelf te werken.

Alles valt op z’n plek

Tijdens onze wereldreis viel alles op z’n plek. Even weg uit het systeem, de vaste patronen. De wereldreis gaf me letterlijk ademruimte. Dat was het moment dat mijn hoofd én hart op één lijn kwamen. Toen ik terugkwam, voelde iedereen het verschil. Mijn huidige manager merkte het op. En niet alleen hij. Ook collega’s gaven terug dat ze het verschil vóór en ná de reis duidelijk zagen.

En dat… is goud waard.

Voel ik me veilig op mijn werk?

Niet altijd. Er zijn nog steeds collega’s die politiek correct blijven in je gezicht, maar achter je rug… Dat voelt niet veilig. Maar ik ben nu wél omringd door een paar mensen die oprecht willen bouwen. Samen brengen we beweging in het team. En dat geeft trots.

Zelfinzicht – en waar ik nog aan werk

Verandering begint bij jezelf. Dat weet ik inmiddels. Laatst nog werd ik buiten werk om geraakt door iets kleins. Een onbekende persoon. Onrecht in mijn optiek. En ik blokkeerde meteen. Irritatie. Frustratie. Boosheid.

Mijn vrouw zei toen iets heel goeds: “Je kunt mensen die stil staan in hun ontwikkeling niet kwalijk nemen dat ze niet willen of kunnen veranderen.”

Dat klopt. Sommige mensen zijn er nog niet. En daar werk ik nu ook aan: loslaten, groeien, ruimte geven.

👉 Heb je deel 1 nog niet gelezen? Daarin deel ik het begin van mijn transformatie na het verlies van mijn ouders. Lees deel 1 hier.

Share:

More Posts

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bedankt
voor je bericht!

Ik heb je woorden ontvangen.
Ik neem zo snel mogelijk contact met je op — meestal binnen 48 uur.
Tot die tijd… neem een moment voor jezelf. Je bent hier welkom.

Welkom terug